Vruchtentaart met veel gedroogd fruit van Tony Tangel
Benodigdheden:
350 gram gedroogde peren
250 gram gedroogde abrikozen
250 gram gouden sultana’s
175 gram zachte boter
200 gram suiker
1,25 dl rum
200 gram geconfijte gember
225 gram gemalen amandelen
35 gram sesamzaad
de zaadjes van 3 kardamompeulen
¼ theelepel gemalen koriander
3 eieren
Voor de bovenkant:
75 gram blanke, geblancheerde amandelen
*
Bereidingswijze:
Knip de peren en abrikozen in kleine stukken en doe ze met de sultana’s,
boter, suiker, rum en geconfijte gember in een pan. Laat dit alles 10 minuten zachtjes sudderen en laat het vervolgens
ongeveer een half uur staan.
Verhit de oven tot 150 °C (of gasovenstand 2). Bekleed de bodem en de zijkanten van een diep bakblik (8 cm) met een doorsnede van 20 cm met een dubbele laag siliconen bakpapier of vetvrij papier; het papier moet ongeveer 10 cm boven de rand uitsteken (lees instructies onderaan: taartvorm met dubbele laag papier, want het zoete fruit verbrandt voor je er erg in hebt).
Roer de gemalen amandelen, sesamzaad, kardamompitten en koriander door de afgekoelde inhoud van de pan, Klop er de eieren door en schep het mengsel in de voorbereide vorm. Strijk het aan de bovenkant glad. Leg de geblancheerde amandelen op het cakebeslag. Bak de taart 1 uur en 30 minuten en laat hem vervolgens volledig afkoelen in de vorm. Los de cake, wikkel hem in vetvrij papier en dan in folie en stop hem in een blik of in een andere luchtdichte verpakking.
De taart kan maximaal 1 week van tevoren worden gemaakt. Wikkel hem in een dubbele strip vetvrij papier en dan in een laag folie. Bewaar op een koele, droge plek in een luchtdicht afgesloten verpakking.
Bekleed de bodem en wand van een diepe, ronde springvorm met een dubbele laag vetvrij papier of bakpapier, Het papier moet minstens 10 centimeter boven de rand uit komen. De ‘papieren vorm’ moet ongeveer tweemaal zo diep zijn als de bakvorm. Knip daartoe 2 cirkels uit papier ter grootte van de vorm en 2 lange rechthoeken met een gezamenlijke lengte die iets langer is dan de omtrek van de vorm. Vet de vorm in, leg een rond vel op de bodem. Vouw langs een lange zijde van de rechthoeken een soort zoom en knip om ongeveer elke 2 cm in tot aan de vouwrand. Druk de rechthoeken tegen de binnenwand van de vorm, zo dat de ingeknipte ‘zoom’ op de bodem ligt en ze ongeveer 10 cm boven de rand van de vorm uitsteken. Leg nu het tweede rond vel bakpapier op de franjeachtige zoom op de bodem en druk alles goed op z’n plaats.